Juana Phillips (24) studeerde begin dit jaar af aan de Warmonderhof. Vlak daarna ging ze aan het werk bij één van de grootste biologische bloemenkwekerijen van ons land, Op Beemster Klei (OBK) in Middenbeemster. Tegelijkertijd volgde ze de cursus Zaadteelt zaadvaste rassen en mocht ze bij haar werkgever het project ‘Op Beemster Klei Bloemenzaden’ begeleiden. Een project dat wordt ondersteund door Stichting Zaadgoed en als doel heeft het assortiment biologisch geteelde snijbloemenzaden voor de eigen professionele teelt uit te breiden door eigen vermeerdering, instandhouding en mogelijk veredeling.
Van de zestien soorten snijbloemen die OBK op grotere schaal teelt (bijv. zonnebloem en dille), komen tot nu toe slechts twee soorten voort uit zaad van biologische oorsprong (korenbloem en koekruid/zeepkruid). Biologische bloemenzaden die geschikt zijn voor de professionele teelt zijn namelijk nog maar heel beperkt beschikbaar.
Juana: ‘In de cursus leerde ik de theorie achter het vermeerderen, in stand houden en selecteren van gewassen. Daarnaast gingen we iedere cursusdag op bezoek bij boeren die hier mee bezig zijn. Hierdoor kreeg ik meer inzicht in hoe je zadenteelt een plek kunt geven binnen je bedrijf. Ik zag hoe mooi het is wanneer zadenteelt een onderdeel vormt van een bedrijfsorganisme. Er is ruimte voor de planten om alle groeistadia te doorlopen en van de boeren vraagt het een andere, misschien wel diepere, verbinding met de gewassen.’
Bij Op Beemster Klei kon ze de kennis uit de cursus direct toepassen. ‘Soms was het een uitdaging om tijdens het drukke seizoen mijn aandacht bij de zaden te houden; het vraagt de nodige observatie en administratie. Maar hierin heb ik veel geleerd. Aangezien we veelal gangbaar uitgangsmateriaal gebruiken voor onze bloementeelt was het mooi om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn en passen binnen OBK. De cursus en het project hebben een zaadje geplant dat zich zal ontwikkelen in mijn loopbaan in de biologische landbouw. Als jonge teler neem ik mijn kennis, inzichten en ervaringen mee om bij te dragen aan een divers en vitaal landbouwsysteem.’