Door: Leontien Jansen
Binnen het project Geworteld Netwerk doen vier telers proeven met in totaal 14 wortelrassen en veredelingslijnen van het Zwitsers Sativa en het Duitse Kultursaat en Saat:gut. Deze zijn afgelopen jaar ingezaaid bij de vier telers en in oktober geoogst. In oktober zijn een viertal selecties die specifiek voor de sapindustrie veredeld beoordeeld. Eind januari zijn een drietal rassen gespoeld om te zien hoe geschikt ze zijn voor de versmarkt. Op 11 februari 2025 was het tijd voor de volgende stap in de selectie. De wortels werden op één van de vier locaties, de biodynamische boerderij GAOS in de Flevopolder, uit de opslag gehaald en gesorteerd.
Onder leiding van biologisch veredelaar Edwin Nuijten gingen boer Jos van GAOS, de Braziliaanse student Caro die al bijna een jaar op de boerderij woont en werkt, en vrijwilligster Leontien, aan de slag. Want er was werk te doen: per variëteit werden de wortels geordend in 6 categorieën: B-peen, C-peen, D-peen, rot, meer–benig, en gebarsten. Elke categorie werd netjes gewogen om later de resultaten goed te kunnen vergelijken. De eerste drie categorieën geven het gewicht van de peen aan, waarbij de B-peen (100-200 gram) de norm is voor de gewassen peen in zakjes, de C-peen (200-400 gram) de voorkeur heeft voor ongewassen peen in de winkels van Odin en de D-peen (meer dan 400 gram) de grootste is en voor de sap meer geschikt is. De andere drie categorieën vallen allemaal af voor de verkoop en worden aan de koeien op het erf gevoerd, dat is een voordeel van een gemengd bedrijf. Ook is er de vraag hoe krom een wortel mag zijn en of je met wat soepelere normen minder afval hebt.
Toch zeggen ook de verschillende afwijkingen van de wortels veel: zo is een gebarsten peen mogelijk te dun gezaaid en gebarsten tijdens de groei door te weinig weerstand van andere wortels. Het groeien van meer benen door een wortel kan duiden op onregelmatigheden in de grond.
Maar het interessantst wordt het door de rassen te vergelijken: zo blijken sommige rassen verrassend genoeg niet te barsten terwijl ze wel dun gezaaid zijn. Daarvoor is het belangrijk dat er geen vertekend beeld ontstaat en zijn er verspreid over het land meerdere testveldjes per wortelras. Zo kunnen de slechte groeiomstandigheden op natte delen van het land worden uitgefilterd.
Waar let je op?
Er zijn veel afwegingen die voorbij komen om te bepalen welk ras het meest geschikt is voor zowel de teelt als de markt. Zo zijn er de voordehandliggende eigenschappen waar naar gekeken wordt, zoals: de smaak, de opbrengst en hoe goed de wortels opgeslagen kunnen worden. Hoe groeien ze en hoe kwetsbaar is het ras voor ziekte, maar ook voor rot en het barsten of het splitsen en het groeien van meerdere benen. Maar ook zijn de vorm, de wasbaarheid en oogstbaarheid zijn van groot belang in de selectieprocedure: in het algemeen zijn zaadvaste rassen gevoeliger dan hybriden tijdens de oogst, dus ook daar kan nog van alles gebeuren met de wortels.
Keuzes met het hoofd en het hart
Wie denkt dat er alleen met een technische blik gekeken wordt, heeft het mis. Er komt ook een stukje gevoel bij kijken. Zo vraagt Nuijten ons om een reactie te geven bij elke lijn en hoe we vinden dat de wortel er uit ziet. Boer Jos begint elke keer te stralen als zijn geliefde Rodelika langskomt, “Kijk die kleur!”. De Ronka, een wortelras met een hogere opbrengst maar minder lekkere smaak, vindt hij er maar grauw uitzien. Ook vindt boer Jos dat er veel andere aspecten meegewogen moeten worden: “Juist als biomarkt, moet je niet alleen inzetten op opbrengst, maar je blijven afzetten hiertegen.” Ook Edwin Nuijten vindt het belangrijk om hier goed over na te denken. Zo is de Ronka een nieuw ras op basis van een kruising gemaakt tussen de smaakvolle Rodelika en de oorspronkelijke Rothild die bekendstaat om een hogere opbrengst. De smaaktest volgt nog, maar: “Hoe ver ben je bereid om terug te gaan in smaak?”
Zaadvast op de markt
Edwin Nuijten geeft aan dat de grootste uitdaging niet is om het perfecte ras te veredelen en selecteren, maar vooral om de telers mee te krijgen. Ze staan al onder grote druk in het huidige landbouwsysteem waar er steeds meer eisen zijn waaraan ze moeten voldoen. Maar zaadvast gaat ook om een stuk soevereiniteit van de boer. En, om de telers mee te krijgen, moet de markt ook mee. Odin heeft belangstelling. In de lange keten zijn er echter nog veel uitdagingen. Nuijten denkt dat het ook belangrijk is om ook te kijken naar de korte keten, zo ziet hij dat er bij de CSA-tuinders belangstelling is.
Boer Jos ziet dat de markt nog een grote rol te spelen heeft en zou ook graag zien dat Odin zich meer inzet om het verhaal van zaadvast te promoten in de winkels. Voor peren en appels staan altijd rasnamen genoemd, bij wortels nog niet- hier zou mee begonnen kunnen worden. Als de smaakvolle Rodelika voortaan met naam in de winkel geplaatst wordt, kan dit gaan leven en een relatie tussen consument en dit ras gaan ontstaan. Dit is precies wat er nodig is volgens hem. Een uitdaging hierin is dat de Rodelika, door beperkte houdbaarheid, niet het hele jaar door beschikbaar is. “Dat vindt de markt moeilijk, dan moeten ze dat aan de consumenten uitleggen.”
Welke rassen zien er nou het meest veelbelovend uit na de selectie van vandaag? Daar is nog geen duidelijk antwoord op, eerst volgt binnenkort nog de smaaktest.
Ketenwerkgroep biologische zaadvaste rassen
Binnen de ketenwerkgroep biologische zaadvaste rassen wordt gewerkt aan een coöperatieve structuur voor de biologische veredeling van zaadvaste rassen. De volgende ontwikkelingen zijn gaande:
- Er wordt bij Odin actief gewerkt om de komende jaren meer zaadvaste rassen geteeld te krijgen. Met telers die aan Odin leveren worden rassenproeven worden gedaan met allerlei gewassen. Doelstelling is 5% groei per jaar.
- Het project Proeftuin(en) patentvrije zaadvaste rassen: in 2025 doen 16 telers in België en Nederland rassenproeven met verschillende groentegewassen.
- In het Hutspotproject worden in een proef met peen verschillende zaadvaste rassen meegenomen.
- Toekomstboeren heeft een zadenwerkgroep opgericht.
Meer informatie over de Ketenwerkgroep biologische zaadvaste rassen.
Meer informatie over het Geworteld Netwerk.