Verslag van het Congres ‘SEED MATTERS’

Vandana Shiva: ’Soil is living, soil is sacred, take care of it, and it will take care of you. Destroy it, and it will destroy you.

De één wil Vandana Shiva in real life zien en horen, de ander maakt zich zorgen om het onder druk staan van gentech- en patentvrij zaadgoed, en weer een ander hoopt grip te vinden op het grotere geheel en wenst vooral vurig positiever huiswaarts te keren. Zo’n 200 deelnemers waren op de eerste zaterdag van juni in Antropia in Driebergen, bij het congres SEED MATTERS, waar werd ingegaan op de actuele discussie en bedreiging van toelating van gepatenteerde gentechzaden in Europa. De belangrijkste vraag: ‘Hoe kunnen we gezamenlijk werken aan vitale rassen voor de biologische landbouw?’

‘Het selecteren en veredelen en professionaliseren van zaadgoed heeft de landbouw veel gebracht,’ opent Bert van Ruitenbeek (Stichting Demeter & dagvoorzitter) de dag. ‘Techniek is op zichzelf neutraal. Maar in een proces van technologisering en machtsconcentratie zijn steeds verdergaande stappen gezet, waardoor heel veel verloren is gegaan aan diversiteit, aan voedingswaarde en aan autonomie van de boeren.’ Volume, uiterlijke kenmerken en winst, zijn dominant geworden.

Het initiatief van de dag, lag bij René Groenen die zich tientallen jaren heeft ingezet voor zaadvaste rassen als tegenwicht voor de opkomst en inmiddels overheersende rol van F1-hybriden in de bio en biodynamische landbouw. Hij citeerde als basis, als bodem van de dag,  een spreuk van Rudolf Steiner:

Zoek het werkelijk praktische materiële leven,
maar zoek het zo, dat het je niet afstompt
voor de geest die hierin werkzaam is.

Zoek de geest,
maar zoek hem niet uit bovenzinnelijke wellust,
of uit bovenzinnelijk egoïsme. 

Maar zoek hem,
omdat je hem onzelfzuchtig in het praktische leven,
in het materiële wilt toepassen.

Pas het oude beginsel toe:
‘Geest is nooit materie, materie nooit zonder geest’,
zodanig dat je zegt:

wij willen al het materiële in het licht van de geest doen,
en wij willen het licht van de geest zoeken, zo,
dat het warmte ontwikkelt voor ons praktische doen.

Michel Haring (hoogleraar plantenfysiologie UVA) geeft een uitgebreid college over de oorsprong van voeding. ‘Want planten willen niet gegeten worden’ Michel: ‘We hebben eigenlijk geen idee hóe onze verre voorouders tot het inzicht kwamen om bepaalde soorten  tot eetbare gewassen te veredelen.’ Van de duizenden soorten die ons tot voedsel zijn gaan dienen, zijn we nu aangekomen bij een punt, dat van de 374.000 bekende bestaande plantensoorten nu drie plantensoorten zorgen voor 60% van de calorie inname van de mens!’ Wat zijn we allemaal verloren op die veredelingsweg? En als we als biologische/ biodynamische branche het belangrijk vinden om te benoemen wat bijvoorbeeld het zaad en de gewassen níet is (geen gentech/‘gentechvrij’), wat is het dan eigenlijk wél? En hoe brengen we dát voor het voetlicht? Michel was zelf in Duitsland mede-initiatiefnemer van Kultursaat en spoort de deelnemers aan om vooral aan de slag te gaan.

Vandana Shiva
De hoofdspreker van het congres, de wereldberoemde activiste & wetenschapper Vandana Shiva citeerde meermaals Rudolf Steiner in haar inspirerende betoog “Wat zei Steiner 100 jaar geleden ook alweer? ‘We have lost the knowledge of what it takes to take care of the natural world.’ Vandana Shiva voert al decennialang strijd tegen de overheersende krachten van de zaadgoed-multinationals, want ‘The corporations don’t feed the world. They grow commodities. Commodities don’t feed the world.’ Ze stelt dat de hoog bewerkte industriële producten die ons worden aangeboden geen voedsel meer te noemen is en ageert fel tegen de stelling die de industriële gangbare landbouw nog steeds verkondigt dat de bodem een ‘empty container’ is die je moet vullen met chemische middelen om de wereld te kunnen voeden.

Ze neemt het publiek, 200 mensen, oud maar ook jong, man en vrouw, in rap tempo mee in hoe we de vrijheid weer moeten terugwinnen. Vrijheid van het zaadgoed, de vrijheid van de community. Ónze vrijheid om toegang te hebben tot goed voedsel.

’Soil is living, soil is sacred, take care of it, and it will take care of you. Destroy it, and it will destroy you.’ Ze haalt Steiner nog eens aan, om te benadrukken dat ‘we’ het 100 jaar geleden ook al wisten.

Landen als Nederland en Engeland hebben in hun kolonies de inheemse kennis als ‘primitief’ al vroeg aan de kant geschoven, terwijl dáár de kennis zat en zit, en ook de oplossing. ‘You are asking the wrong people, ask the people who protected it’. Zij die wij als primitief bestempelden, zijn de beschermers van de biodiversiteit.

De strijd tegen patenten
‘Het is nog niet te laat,’ volgens Marian Blom (Bionext, IFOAM), ‘maar we zijn er nog niet’. We kunnen de duur van het proces om de wetgeving rondom de toelating van gentechvoedsel toe te laten, gebruiken, om het tij te doen laten keren. Bionext pleit in Den Haag en via IFOAM in Brussel voor afspraken over etikettering, het voorkomen van besmetting van bio met NGT gewassen, heldere afspraken over aansprakelijkheid en het voorkomen van patenten.

Interessant is de visie van een internationaal toonaangevend bedrijf als Coöperatie Agrico op de Nieuwe Genomische Technieken (NGT’s), verwoord door Peter Oldenkamp (directeur R&D). Agrico spreekt zich duidelijk uit tegen patenten en voor participatieve veredeling.

Binnen de plantenveredeling bestaat er een goed werkend model van Plant Breeders Right (kwekersrecht) aldus Peter waarbij biologisch materiaal onbeperkt gebruikt mag worden voor verdere veredeling, waardoor genetische variatie blijft bestaan en beschikbaarheid voor boeren/afnemers blijft bestaan.

De inspanningen van de veredelaar worden middels een kwekersrecht vergoed via een licentievergoeding die in verhouding staat tot de toegevoegde waarde van de veredelaar (gemiddeld beneden 10% van de prijs/waarde). Via de coöperatie gaat de marge op het product naar de boeren en wordt de licentie volledig gebruikt voor blijvende investeringen in ontwikkeling van nieuwe/verbeterde rassen. ‘Genetische variatie is voor ons en de mensheid noodzakelijk om ziekten en plagen in voedselproductie te beperken en oplossingen voor toekomstige ziekten en plagen met veredeling sneller te kunnen weerstaan. Dit vergt veel kennis, werk, kosten en visie.

Agrico spreekt zich niet hardop uit tegen  NGT’s  mits bewezen veilig en patentvrij, ‘maar het is belangrijk om te realiseren dat de plant zijn eigen genetische en fysiologische wegen bepaalt.’ Volgens Peter zijn er ook nadelen van NGT’s, zo wordt de genetische variatie beperkt. ‘Cruciaal in de aardappelteelt is de gewasgezondheid,’ vervolgt hij. ‘We hebben als hele keten verantwoordelijkheid, voor en met elkaar.’

Emeritus hoogleraar biologische planenverdeling Edith Lammerts van Bueren vertelt samen met Theo Boon van Odin over een nieuw samenwerkingsverband voor een kansrijke community-based ontwikkelingsprogramma voor zaadvaste biologische rassen. De basis is een ander financieringsmodel onder de veredeling dat mogelijkheden biedt om boeren meer autonomie over zaden te geven, meer diversiteit aan rassen te realiseren vanuit en door de keten gefinancierd en gedragen. De uitdaging is om een ketenbreed bewustzijn te creëren. Dit initiatief is een voortzetting van eerdere samenwerking tussen Odin, Stichting Zaadgoed en de Ketenwerkgroep biologische Zaadvaste Rassen. Nu wordt dit verder opgeschaald vanuit het fonds New Definitions (IONA Stichting, Claudy Jongstra, Odin).

Dit jaar is al een meerjarig, biologisch veredelingsprogramma gestart voor peen- en ui veredeling, maar ook aan andere grote en kleine gewassen zal worden gewerkt. In het najaar van 2024 zal een formeel samenwerkingsverband met diverse reeds bestaande veredelingsinitiatieven worden opgezet in de vorm van een (coöperatieve) vereniging.

Verhalen uit de praktijk
Jos Jeuken (boerderij GAOS) vertelt te zijn ‘gepakt door de ui’. De ui kreeg een plek in zijn hart, én in zijn buik. Hij teelt o.a. zijn eigen ras voor het zaad, Bajosta, en pleit voor gebruik van zaadvaste rassen “die gewoonweg een betere kwaliteit hebben dan F1-hybriden”. Dit in tegenstelling tot wat gewoon is in de biosector (waar 90-95% F1-hybride is).

Lucifergewas
Bij Leen Jan Reedijk (witlofteler Nieuw Bonaventura) hing vroeger ‘de zolder vol verwachting’ met vlas. De kiem voor biodynamisch telen werd gelegd bij zijn oma, die vlas teelde en vermeerderde. Als kind mochten ze lucifertjes zetten bij ‘de beste planten’. En aan het einde van de teelt was het gewas met de meeste luciferhoutjes ‘het lucifer-gewas’: het best gelukt. De gewassen zonder of met minder luciferhoutjes waren een ‘het-moet-zo-zijn-gewas’. De berusting en waardering voor deze manier van classificeren, spreekt uit zijn stem. Hij besluit: “Vrije zaden, vrije zaden, het werkt zo door.”

Greet Lambrecht (boerderij de Akelei) benadrukt dat de uitspraak van Vandana Shiva dat zaden vrij moeten zijn, aansluit bij het streven naar een zekere onafhankelijkheid en autonomie van de boer om co-creatief aan de slag te kunnen gaan.

Zaadvermeerdering integreren op het landbouwbedrijf is dan ook een uitnodiging tot een creatieve en verdiepende relatie met onze gewassen, ze worden deel van het groter geheel en zo versterken we de bedrijfsindividualiteit.

Zaadvaste rassen werden vroeger ook wel open bestoven rassen genoemd. Ze zijn niet alleen open op het moment van bestuiving, maar op elk moment: van het allereerste begin, het moment dat we het zaad de aarde toevertrouwen staat het open naar de kosmos, in de groei en bloei open naar de bodemkwaliteiten, het micro klimaat en de bedrijfsvoering maar ‘last but not least’ ook open naar de selectiehand van de boer die er het ideale type uit zoekt.

Inzetten op biodiversiteit is een zaak van ons allen. Zaadvaste rassen staan voor agro-diversiteit, lokale verwevenheid en veerkracht. We moeten van zaadvaste rassen geen topopbrengsten verwachten, maar ze trekken de (winkel-)kar van voedselsoevereiniteit  en voedselkwaliteit.

Edwin Nuijten actief als veredelaar van biologische zaadvaste rassen en bestuurslid Stichting Zaadgoed legt uit dat voor het behoud van agrobiodiversiteit zadennetwerken een belangrijke rol spelen. Bij het opzetten van zadennetwerken komen allerlei aspecten om de hoek kijken, sommige gerelateerd aan de plant zoals de manier van bestuiven,  of het om kleine of grote gewassen gaat, nieuwe of traditionele gewassen, eigendomsrechten, het type markt, instituties, en ook de vraag of het om uiterlijke of innerlijke productkwaliteit gaat. In Europa zijn binnen de biologische sector de afgelopen decennia allerlei systemen ontwikkeld om hier meer richting aan te geven. Steeds komt terug dat we niet alleen naar de plant kijken, maar ook naar regelgeving, de keten, en allerlei sociaaleconomische factoren. Zaad is niet alleen een pakketje DNA of het begin van plantengroei, maar ook een spiegel van onze cultuur. In de workshop is de systems-based breeding benadering gebruikt om vanuit een breed holistisch perspectief naar zadennetwerken te kijken. Deze benadering benadrukt dat het belangrijk is dat verschillende werkwijzen naast elkaar mogen bestaan en elkaar kunnen aanvullen of versterken; En dat diversiteit in het omgaan met zaden bijdraagt aan biodiversiteit.

Food without farms
In de slotsessie komt Vandana nogmaals terug: ‘Your work in the biodynamic movement is so important. Not only in the practice, but even more in the way of thinking. Want we moeten niet vergeten dat de oplossing van bijvoorbeeld de klimaatproblematiek niet gezocht moet worden in meer technologie, en daarmee meer energie en meer emissie. Als we die weg volgen, belanden we aan bij ‘food without farms, and farming without farmers.’ We moeten onze hersenen niet laten foppen door de verkeerde cijfers voor waar aan te nemen. Het gaat niet om het BNP, of om de opbrengst per hectare, cijfers waar wel mee gekoketteerd wordt. ‘The industrial farming is not scientific’. Het gaat om wealth, om rijkdom in de vorm van welzijn, voor iedereen, mens, dier, plant en de aarde. ‘Good farming is an invitation for biodiversity’.

Verbinding
We zouden ons weer moeten herinneren dat we ‘biological, ecological and spiritual beings’ zijn. ‘Not machines. Change has to begin form the grassroots, and that is where the change is already happening.’ We zijn alleen verdeeld en niet meer verbonden, met de aarde, met de ander met onszelf. En het moment dat we die verbinding sámen vinden, we elkaar vinden, vinden we ook de wereld en de aarde weer.

Eigenlijk is het heel simpel volgens Vandana, wanneer de vragen tijdens het zaalgesprek veelal neerkomen op de wens om handvatten.

‘Just make a plan. How will we marginalize the destructive power of death, destruction and disease, over regeneration, health and freedom.

You just have to deconstruct their (corporations) lies and keep living your truth’.

‘Het is eigenlijk een ietwat gek-dubbele situatie’, reflecteert Klarien Klingen (Toekomstboeren & Federatie van Agro-ecologische Boeren). Enerzijds verwoordt Vandana de wanhoop die zij dagelijks voelt, de ‘ik zie het niet meer zitten’, en anderzijds gelukkig ook andere kant; de ‘ik ga het redden, ik ga het fixen, we gaan het fixen’-kant. De kant van de hoop. ‘Ik was blij dat Vandana beide noemde; het raakte me.’ Meerdere mensen gaven aan zich te herkennen in de kant van de wanhoop, de somberte. Anderen moesten de input van de dag nog laten bezinken. En gelukkig gingen er ook mensen naar huis met nieuwe inzichten, inspiratie en hoop.

En om met pakkende oneliner van Vandana Shiva af te sluiten:

‘We live in terrible times,
but if you think of all the possibilities that are there,
we live in good times’